Zoals Parijs haar overvalt op de Place Saint Michel! Louise is met de trein gekomen, en dan met de ondergrondse, zodat ze pas op de roltrappen uit het metrostation het daglicht ziet. Is het de geur – klaterend water op het marmer aan de fontein, duivenstront, uitlaatgassen en de Seine vlakbij? Is het hoe de zon blikkert in de hoge ramen? Is het het geroezemoes, geclaxoneer en geraas en de klanken van een ontstemde gitaar wat verderop?
Ze logeert altijd in deze buurt, in een hotelletje dat net niet groezelig is en dat ze kan betalen. Waar aan de kade de boekenstalletjes staan en verderop, tegenover de Notre-Dame, Shakespeare & Company haar vaste ijkpunt is.
Louise komt er voor Durrel, Miller en Woolf. Ze komt er voor het stof van jaren dat op de boekenplanken woont. Voor de opeengestapeldheid, de nonchalance en de reverentie.
In een smal kamertje op de eerste verdieping, dat je via een krakende trap bereikt, staat een oude typemachine bereid voor wie zich Hemingway wil voelen. In hoeken tussen de boekenrekken liggen matrassen. Jongens en meisjes, kinderen nog, blijven hier hangen, brengen hier de nacht door, discussiëren alsof aan mei ’68 nog steeds geen einde is gekomen. Met George met de witte haren spelen ze de lost generation en a movable feast. Vroeger wilde Louise bij ze horen. Nu ijkt ze haar leven aan hoe die dromen verloren gaan.
Zo naïef als Shakespeare & company voor haar geworden is, zo overdonderend is nog steeds uit de metro omhoog komen aan de Place Saint Michel.
Ze logeert altijd in deze buurt, in een hotelletje dat net niet groezelig is en dat ze kan betalen. Waar aan de kade de boekenstalletjes staan en verderop, tegenover de Notre-Dame, Shakespeare & Company haar vaste ijkpunt is.
Louise komt er voor Durrel, Miller en Woolf. Ze komt er voor het stof van jaren dat op de boekenplanken woont. Voor de opeengestapeldheid, de nonchalance en de reverentie.
In een smal kamertje op de eerste verdieping, dat je via een krakende trap bereikt, staat een oude typemachine bereid voor wie zich Hemingway wil voelen. In hoeken tussen de boekenrekken liggen matrassen. Jongens en meisjes, kinderen nog, blijven hier hangen, brengen hier de nacht door, discussiëren alsof aan mei ’68 nog steeds geen einde is gekomen. Met George met de witte haren spelen ze de lost generation en a movable feast. Vroeger wilde Louise bij ze horen. Nu ijkt ze haar leven aan hoe die dromen verloren gaan.
Zo naïef als Shakespeare & company voor haar geworden is, zo overdonderend is nog steeds uit de metro omhoog komen aan de Place Saint Michel.
3 opmerkingen:
Prachtig geschreven. Ik sta er zo middenin.
Dank je wel Veerle! Wat fijn om lezen, jouw reacties! En leuk ook om te merken dat je hier graag vertoeft.
Ik denk dat Louise nog enkele dagen in Parijs rondloopt. Maar ze weet nog niet waar ze elke dag heen zal gaan. Suggesties voor plekken in Parijs die ze kan bezoeken? Iemand?
Musée d' Orsay? Een bijzonder restaurant of een bistro? La place du Coeur?...
Een reactie posten