‘Maar zijn we dan al voorbij Maçon?’, vraagt Ottokar wat ongeduldig. Louise, met de vinger op de Michelinkaart, zoekt de naam die ze net heeft zien voorbijflitsen. Ze wringt haar benen in een nieuwe positie, probeert de kramp er uit te strekken. Ze moet dringend plassen. De radiostem kondigt met Franse zwier ralentissements aan ter hoogte van Lyon. Louise laat gulzig de namen binnenkomen. Vienne. Valence. Montélimar –in haar herinnering lichten geheugensporen op – Orange. Avignon– naar de belofte van een naderende eindbestemming.
Sur la correspondance entre le A6 et le A7. ‘Lap’, zegt Ottokar, ‘Daar heb je het.’ Hij vertraagt en knipt de gevaarlichten aan. Als ze even later op een aire de repos stranden, zoals tientallen lotgenoten in hun luchtgekoelde wagens, is eindelijk het moment aangebroken. Louise opent het portier. Stapt de hitte in. Laat zich overvallen door het zinderen van de lucht vlak boven het asfalt. Door de geur van pijnbomen. Door het schrille tsjirpen van de cicaden.
Sur la correspondance entre le A6 et le A7. ‘Lap’, zegt Ottokar, ‘Daar heb je het.’ Hij vertraagt en knipt de gevaarlichten aan. Als ze even later op een aire de repos stranden, zoals tientallen lotgenoten in hun luchtgekoelde wagens, is eindelijk het moment aangebroken. Louise opent het portier. Stapt de hitte in. Laat zich overvallen door het zinderen van de lucht vlak boven het asfalt. Door de geur van pijnbomen. Door het schrille tsjirpen van de cicaden.
1 opmerking:
Wat Louise graag wil weten: wanneer begint voor jou de vakantie echt?
Een reactie posten