In het huis staat alles er nog zoals toen. De eettafel, de klok, de globe. In zijn studeerkamer het tafeltje waaraan hij schreef. En de vele, vele, vele, vele op kopspelden geprikte vlinders, bijen, kevers, sprinkhanen. Alles had mijnheer Fabre meegemaakt. Het verlies en de glorie. En altijd was hij blijven doorgaan met onderzoek en schrijven. Louise begrijpt niet hoe een man zoveel kan doen in één leven. Autodidact. Wetenschapper. Dichter.
Maar hij prikt en doodt wat hem het meeste fascineert, bedenkt Louise. Wat voor een passie is dat?
Op het einde van zijn leven vindt hij een huis met een tuin die alles bevat wat hij nodig heeft. Als een Monet van de entomologen creëert hij er zijn eigen paradijs.
Wanneer Louise tegen sluitingstijd door die tuin dwaalt, stuit ze tot haar verwondering op een potloodboom Ze raapt een gevallen takje op. Knabbelt op het hout zoals op de potloden uit haar kindertijd. Daar had Louise nog niet bij stilgestaan. Dat potloden aan bomen groeien.
Maar hij prikt en doodt wat hem het meeste fascineert, bedenkt Louise. Wat voor een passie is dat?
Op het einde van zijn leven vindt hij een huis met een tuin die alles bevat wat hij nodig heeft. Als een Monet van de entomologen creëert hij er zijn eigen paradijs.
Wanneer Louise tegen sluitingstijd door die tuin dwaalt, stuit ze tot haar verwondering op een potloodboom Ze raapt een gevallen takje op. Knabbelt op het hout zoals op de potloden uit haar kindertijd. Daar had Louise nog niet bij stilgestaan. Dat potloden aan bomen groeien.
1 opmerking:
Je kreeg van mij een blogaward. Meer details vind je op mijn blog.
Groetjes,
veerle
Een reactie posten