Louise ziet het terras halverwege de weg die naar het dorp klimt. Met zijn lage borstwering in natuursteen lijkt het wel een uitkijkpost over de olijfgaarden en de zee. De drie parasols zijn dicht.
Ze heeft dorst. En honger. Het mag een slaatje zijn, met tomaten, ui, pepers, olijven. Of souvlaki. Of rolletjes in wijnblad. En retsina. En water, want ze heeft vooral veel dorst. Die dorst laat zich, nu het terras in zicht komt, pas echt goed voelen.
Maar het terras is leeg. De deur naar het huis staat op een kier. De tafellakens in wit en rood geblokte toile ciré liggen klaar.
Hier is geen kat, zegt Ottokar, als hij een snelle blik naar binnen werpt. Maar daar komt hij al. Een keizerlijke tijger. Soepel komt hij aangelopen. Louise gaat zitten op het lage stuk van de borstwering dat dienst doet als bank. De kater duwt zijn grote kop tegen haar uitgestrekte hand. Springt op het muurtje naast haar. Legt zich spinnend neer op de warme stenen, met dichtgeknepen ogen.
Louise wacht.
Maar hij maakt geen aanstalten om de bestelling op te nemen.
Ze heeft dorst. En honger. Het mag een slaatje zijn, met tomaten, ui, pepers, olijven. Of souvlaki. Of rolletjes in wijnblad. En retsina. En water, want ze heeft vooral veel dorst. Die dorst laat zich, nu het terras in zicht komt, pas echt goed voelen.
Maar het terras is leeg. De deur naar het huis staat op een kier. De tafellakens in wit en rood geblokte toile ciré liggen klaar.
Hier is geen kat, zegt Ottokar, als hij een snelle blik naar binnen werpt. Maar daar komt hij al. Een keizerlijke tijger. Soepel komt hij aangelopen. Louise gaat zitten op het lage stuk van de borstwering dat dienst doet als bank. De kater duwt zijn grote kop tegen haar uitgestrekte hand. Springt op het muurtje naast haar. Legt zich spinnend neer op de warme stenen, met dichtgeknepen ogen.
Louise wacht.
Maar hij maakt geen aanstalten om de bestelling op te nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten