Dit is het punt waarop ze als kind begon te joelen: kijk papa, een kasteel! Louise ziet glimpen van de burcht op de top, ze licht oranje op in de avondzon. Een roofvogel – een stip in de lucht – trekt cirkels.
Van hieraf ziet ze niet of het een ruïne is of bewoond. Ze kan de weg er naartoe niet zien. Is het een kronkelend pad over de rotsen? Wachten er boven ijsjes? Wapperen er vlaggen op de torens? Ze zou er diep in het dal kunnen turen.
Ze is een kruisridder, terug uit het heilige land. Een veroveraar die zijn kansen schat. Een bedelmonnik, de leider van een reizend theatergezelschap, de schoenmaker die meetrekt met een karavaan. Ze weet niet of haar boven gastvrijheid wacht of een gesloten poort.
Van hieraf ziet ze niet of het een ruïne is of bewoond. Ze kan de weg er naartoe niet zien. Is het een kronkelend pad over de rotsen? Wachten er boven ijsjes? Wapperen er vlaggen op de torens? Ze zou er diep in het dal kunnen turen.
Ze is een kruisridder, terug uit het heilige land. Een veroveraar die zijn kansen schat. Een bedelmonnik, de leider van een reizend theatergezelschap, de schoenmaker die meetrekt met een karavaan. Ze weet niet of haar boven gastvrijheid wacht of een gesloten poort.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten